In de loopgraven van de corruptie
Soms komen de dingen langs een omweg tot ons. En soms duurt het nog langer voordat we die dingen beseffen. Als B. me -we schrijven begin 2015- vanuit Nederland belt met de vraag of ik me die-en-die nog herinner uit de antiapartheidsbeweging, een Amsterdamse mede-activist, begin ik goedgeluimd met het ophalen van anekdotes, maar mijn gesprekspartner is daar niet voor in de stemming. “Hij zegt dat iemand vermoord is. Een goede vriend van hem uit Port Elizabeth.”
Het gaat om Mark-Anthony Williams begrijp ik, een comrade die tegenwoordig deputy directeur is -was- op het departement van waterzaken. “De politie zegt dat het een inbraak was, maar zijn vrouw en vrienden geloven dat niet,” vervolgt B. “Volgens hen is er corruptie in het spel.”
Wie nog mocht denken dat corruptie slechts een kwestie is van zelfverrijking, ‘een soort belasting’ zoals Bill Gates het noemt, moet als de wiedeweerga de droom uit. In dit, het rijkste land van Afrika, worden al langer mensen uit de weg geruimd die corrupte zaken in de weg staan. En sinds de staatskas binnen het bereik ligt van veel meer mensen-met-politieke-connecties dan vroeger, is het erger geworden. Tot in de armste achterbuurten worden gevechten op leven en dood geleverd om gemeentebaantjes en contracten; de Mail & Guardian documenteerde 26 moorden op plaatselijke politici alleen al in 2016. En ook wie corruptie aan de kaak stelt, loopt risico.
Mark-Anthony was zo iemand geweest, vertelt een naaste medewerker, met wie -weer vanuit Amsterdam, want vanwege de veilige weg-van-de-omweg belt Mark-Anthony’s weduwe, Emelia, met de kennis-van-toen en die met B. en die weer met mij-, een afspraak is geregeld in een snackbar te Pretoria. “Hij verzette zich tegen contracten die afgesloten werden met bedrijven van vriendjes van politici. Bedrijven die helemaal geen water-expertise hadden, die miljoenen in hun zak staken zonder daar behoorlijk werk voor te leveren. Hij had heftige gesprekken met mensen die deze deals met alle geweld wilden doorzetten. Het kwam tot een explosieve confrontatie op een vergadering in Centurion. Een week na die vergadering was hij dood.”
De nacht voor Kerstmis, 23 december 2014, waren ze gekomen. “Here they are,” had Mark-Anthony tegen zijn vrouw gezegd. Zij, Emelia, vrienden en bevriende collega’s zijn het erover eens dat hij het aan had zien komen. Op het werk had hij zich geregeld verschanst in de raamloze vergaderkamer in plaats van in zijn kantoor. ‘Ze kunnen me hier niet doodschieten,’ had hij tegen een collega gezegd toen die ernaar vroeg. De collega had zich afgevraagd of hij misschien paranoïde was. Ze wist dat Mark Anthony mensen tegen zich in het harnas joeg, maar zover zou men toch niet gaan?
De inbrekers hadden de buitendeur opengebroken met een koevoet en waren Mark-Anthony’s studeerkamer binnengegaan, waar hij aan het werk was. Er vielen schoten. Emelia rende met de kinderen naar de badkamer en sloot de deur. Toen Mark-Anthony dood was waren de inbrekers nog enige tijd in de studeerkamer gebleven. Daarna vertrokken ze weer, met zijn laptop en een televisie en verder niets. “Het was alsof ze de tv meenamen om het op een inbraak te laten lijken,” vertelde een familielid later tegen journalisten. Ze hadden nog wel de tijd genomen om zijn tas met papieren te doorzoeken: sommige documenten lagen verspreid over de vloer. “Ze zochten iets dat ze blijkbaar niet konden vinden,” zei het familielid.
Waterzaken, Pretoria, April 2015
Ook op het Departement van Waterzaken leek het vermoeden te bestaan dat ‘iemand’ naar documenten van Mark Anthony op zoek was. Zijn kantoor werd tijdens de kerstdagen door de beveiliging verzegeld en secretaresse Riana kon er na haar kerstverlof nog steeds niet in. “Het hoofd beveiliging zei dat niemand bij de papieren mocht,” zegt ze als ik het departement een bezoek breng.
'De contracten gaan allemaal naar bedrijven die bij onze politieke bazen in de gunst staan'
Om wat voor papieren het ging, ze heeft geen idee. Niemand weet het. De drie collega’s die Riana aan me voorstelt en met wie ik -steeds met de deur dicht, in aparte kantoortjes op deze grijze, slecht onderhouden, slecht verlichte gang in een grijs departementsgebouw in Pretoria- spreek weten het ook niet. Althans niet precies. “Er zijn vijf contracten gaande, voor vijf damprojecten in het hele land. Die gaan allemaal naar bedrijven die in de gunst staan bij onze politieke bazen. Dat zijn niet noodzakelijkerwijs ook de bedrijven die het beste zijn in het bouwen van dammen,” zegt een van de collega’s, een ingenieur. “Dus als hij -Mark-Anthony- ergens ruzie over maakte, zou dat een van die projecten kunnen zijn. Maar het kan ook over het project in Lepelle zijn gegaan.”
Lepelle is, legt hij uit, een waterleiding- en rioleringsproject ter waarde van drie miljard Rand (zo’n 200 miljoen euro) in de noordelijke provincie Limpopo, waarvoor het contract in 2014 naar een kleine, relatief onbekende ingenieursfirma, LTE genaamd, ging. “De CEO ervan, Thulani Majola, is een goede vriend van de Minister van Waterzaken. Het bedrijf was kortgeleden in het nieuws omdat de voorzitter van het bestuur ervan ontslag nam. Die had gezegd dat hij niets met ‘irreguliere contracten’ te maken wilde hebben.” De ingenieur overhandigt me een kopie van een krantenknipsel over de affaire. Bestuursvoorzitter Asogan Pillay had, zo staat er, niet eens om watercontracten gevraagd -zijn bedrijf had ze tegen alle procedures in in de schoot geworpen gekregen, blijkbaar via CEO Majola. Een paar dagen nadat Asogan Pillay daarover publiekelijk vragen had gesteld waren gewapende overvallers ook zijn huis binnengedrongen. Er vielen daarbij geen doden, maar een paar dagen later nam Pillay ontslag als voorzitter van LTE. Dit alles was in de eerste helft van december 2014 gebeurd; nog geen twee weken voor de moord op Mark-Anthony Williams.
Auckland Park, Mei 2017
Of de minister van waterzaken, fervent Zuma-loyalist Nomvula Monkonyane, wel snapt wat er gaat gebeuren als damprojecten in dit waterschaarse land slecht of half of niet gebouwd gaan worden door bedrijven zonder voldoende expertise, alleen omdat dan flinke plakken geld doorgesluisd kunnen worden naar politieke vrienden? “Tsja, dat zou ze wel moeten weten,” zegt City Press journalist Sipho Masondo, die het Lepelle verhaal prominent in de krant zette in april 2016, nadat zijn bronnen in Limpopo hem er attent op hadden gemaakt. “We hebben het hier niet over analfabete politici. Ze zijn slim genoeg om te weten dat dorst, hongersnood en sterfte reele gevaren zijn. Maar grote zakken geld hebben de neiging het oordeel van mensen te beinvloeden. Men maakt zichzelf wijs dat het zo’n vaart niet zal lopen. Het is ontkenning.”
'Je krijgt 500 000 Rand als je het verhaal niet publiceert'
Waar ‘men’ zich duidelijk meer zorgen over maakt, is over Sipho Masondo zelf. Die werd, enige dagen voordat het Lepelle verhaal in de krant gepland was, gebeld door iemand die hem nodig moest spreken. “Ik dacht, een nieuwe bron. Dus ik ontmoet die man in een Wimpy in Polokwane. Voor ontbijt. Maar hij stelde zich voor als advocaat en zei dat hij de belangen behartigde van Nomvula Mokonyane ‘en nog een aantal mensen.’ Vervolgens deed hij zijn tas open en ik zag dikke pakken geld. “Hier is 500 000 Rand, zei hij.” (meer dan 30 000 euro) “Het enige wat je hoeft te doen is dat Lepelle verhaal nog even niet in de krant zetten.”
Masondo zei nee. “Natuurlijk, een half miljoen kan ik wel gebruiken, net als iedereen. Maar je weet het nooit bij dat soort duistere zaken. Straks zit je met die tas geld in de auto en tikt een politieagent tegen je raam. Of ze chanteren je er tien jaar later nog mee. Hier ga ik niet aan meedoen, dacht ik.” De man was reuze verbaasd, eindigt hij het verhaal. “Hij zei dat hij zo vaak betalingen aan journalisten deed. Ik was de eerste die nee zei.”
Waarom hij niet naar de politie ging? Hier was iemand in opdracht van de Minister van Waterzaken, althans dat zei hij, een journalist aan het omkopen. Dat mag toch niet? Masondo grinnikt. “Als ik daaraan ga beginnen word ik zelf het nieuws. Ik schrijf liever mijn stukken.” Hij heeft de identiteit van de tussenpersoon wel aan zijn hoofdredacteur bekend gemaakt. “Die man nam overigens later nog eens contact op om me te vertellen dat hij nu echt ruzie had gemaakt met zijn politieke cliënten. Er was, zei hij, een vergadering geweest waar de suggestie was gedaan om mij fysiek uit de weg te ruimen. Toen had hij gezegd dat moord voor hem te ver ging, en was hij weggelopen.”
De prijswinnende serie verhalen die Masondo schreef over de corruptie op waterzaken heeft inmiddels geleid tot een door Minister Nomvula Mokonyane zelf ingesteld onderzoek. Zou het dan toch, dat Mokonyane zelf niet betrokken is maar alleen een aantal ondergeschikten? De journalist grinnikt weer. “Dat onderzoek is een doekje voor het bloeden,” zegt hij. “Dat daar iets uit gaat komen gelooft niemand.”
Rosebank, Johannesburg
Corruptie-onderzoeker Thabang, die niet met zijn echte naam in dit verhaal wil omdat anonimiteit van belang is voor zijn onderzoeken, gelooft optimistisch dat het einde van de neergang wel inmiddels in zicht is. “We hebben het publiek op onze hand, de meeste media, en de rechterlijke macht. Er zijn instanties, zowel van de overheid als van de privésector, die belang hebben bij fatsoenlijk zakendoen. Die huren ons soort mensen in om spaken in de wielen van de plundering te steken. We hebben inmiddels zoveel bewijs in handen dat we ze allemaal nu al voor de rechter zouden kunnen slepen.”
'De corrupte politici voelen dat ze aan de verliezende hand zijn'
En ‘ze’ voelen dat ze aan de verliezende hand zijn, vervolgt hij. “Ik zie ze voor mijn ogen onzekerder en hysterischer worden. ‘Onze papa’ zoals ze President Zuma noemen is de grote beschermer niet meer. Het ANC is gesplitst, het grootste deel heeft zich tegen hem gekeerd. Nu komt zelfs de Raad van Kerken in het geweer.” En inderdaad, twee weken na ons gesprek komt de South African Council of Churches (SACC) met een explosief rapport, dat, gebaseerd op corruptieonderzoeken van ex-ombudsvrouw Thuli Mandonsela alsmede op gesprekken die de Raad zelf met inmiddels berouwvolle ambtenaren en politici heeft gehad, de huidige regering ‘immoreel’ noemt. Het is een flinke slag in dit christelijke land.
Natuurlijk moeten de tegenkrachten, onder wie ook corruptie-onderzoekers als Thabang, nog even doorzetten. Met pretogen: “Gelukkig is dat niet moeilijk. De handeltjes die ze doen zo doorzichtig als wat. Je hoeft niet eens een goede onderzoeker te zijn om er doorheen te prikken.” Hij legt uit op welke patronen en alarmsignalen hij let. “Ze doen het steeds op dezelfde manier. Eerst ontslaan ze mensen die verstand van zaken hebben in de regeringsdepartementen en staatsbedrijven. Dan bedenken ze dure, ambitieuze plannen met ronkende lange woorden erin. Iets als ‘Transformative Reconstruction and Public Renovation’ doet het altijd goed. Dan hebben ze een persconferentie waarin ze aankondigen dat dit plan -dat altijd miljoenen of miljarden kost- nu werkelijk massale dringende noden zal gaan lenigen -huizen, asfaltwegen, bruggen, treinen, dammen, het kan van alles zijn. Dan sluiten ze contracten daarvoor af met bevriende bedrijven, die natuurlijk altijd ‘black empowerment’ heten te zijn, maar waar nog nooit iemand van gehoord heeft. Die doen vervolgens half of defect werk, waarbij het leeuwendeel van het geld uitbetaald wordt aan ‘consultancies’ waar ze zelf ook weer belangen in hebben.”
Ter illustratie laat Thabang een netwerk-grafiek zien die bij een van zijn onderzoeken hoort. Wijzend: “Kijk, dit belastinggeld ging naar dat project, en vervolgens naar dat bedrijf en daarna naar die consultancy en daarna naar deze tussenpersoon.” Als ik vraag waar het nu is en hij zegt ‘drie keer raden,’ raad ik meteen goed. Dubai, het hoofdkwartier van President Zuma’s financiele adviseurs en bondgenoten, de louche Gupta-broers uit India, nu woonachtig in de luxe Johannesburgse wijk Saxonwold. De Guptas zijn natuurlijk niet de enige spil in de netwerken van de corruptie, maar wel een belangrijke: ze hebben bedrijven, boekhouders en contacten in het buitenland, die ze allemaal ten dienste stellen van het patronagenetwerk rondom Zuma.
Zowel de rapporten van Madonsela als die van de SACC hebben beschreven hoe Zuma-vazallen in de staatsbedrijven met regelmaat contracten aan Gupta bedrijven gaven waarvan zowel Gupta’s als die (of andere) vazallen als de familie Zuma van profiteerden, terwijl het met de staatsbedrijven -de elektriciteit, de mijnfondsen, de spoorwegen, de luchtvaartmaatschappij, het staatswapenbedrijf Denel- steeds slechter ging. Je moet het ze nageven, die Indiase familie die ooit begon met een computer-onderdelenhandel in Johannesburg: het betalen van het schoolgeld voor Zuma’s kinderen, naast de computerhandel een van hun eerste investeringen in dit land, heeft hen geen windeieren gelegd.
De miljarden die ze tot nu toe binnengesluisd kregen hebben de broers, volgens recent uitgelekte email correspondentie tussen henzelf en hun bondgenoten, deels besteed aan de aankoop van een villa van 25 miljoen Amerikaanse dollars voor President Zuma in Dubai, met daarnaast een bescheiden flatje van zo’n anderhalf miljoen dollar voor diens zoon Duduzane, volgens de e-mails een spil van het Zuma-Gupta-netwerk. (President Zuma heeft inmiddels ontkend dat hij een villa in Dubai heeft. De politie-onderzoekseenheid de ‘Hawks’ is de uitgelekte-email-affaire aan het onderzoeken. Gevreesd wordt echter dat de Hawks meer aandacht zullen besteden aan het vinden van de klokkenluiders dan aan de inhoud van de e-mails zelf.)
Intussen wordt overal in Zuid-Afrika het voorbeeld van de mensen aan de top gevolgd, tot in het Glebelands hostel aan toe, waar een maffia de karige hostel-bedden voor migrantarbeiders beheert en verdeelt onder de hoogste bieders. In die strijd alleen vielen al zestig doden. Terwijl, ook in Durban, een criminele groep van bouwbedrijven, -Delangokubona geheten-, zich gewapend met pistolen indringt bij bouwprojecten.
“Het is van levensbelang dat de huidige regentenkliek verdwijnt,” knikt Thabang, die zelf, in 2010, tijdens de voorbereiding van de World Cup in Zuid-Afrika, zijn goede vriend Jimmy Mohlala verloor in Mbombela, vroeger Nelspruit geheten. “Hij stelde de corruptie bij de bouw van het stadion daar aan de kaak. Hij zwaaide met die fraudulente documenten aan de vergadertafels in het gezelschap van de fraudeurs. Dat kostte hem zijn leven.”
'Goed gekwalificeerden zijn doodgeschoten of werden ontslagen'
Het is vanwege Mohlala, en vanwege Mark-Anthony Williams, en zoveel anderen, dat Thabang kwaad wordt bij de suggestie dat corruptie iets te maken heeft met zwarten, of met ‘black empowerment.’ “Noem het incompetentie empowerment, of crimineel empowerment. Wat ik meemaak is dat slechte gekwalificeerde zwarten gepromoveerd worden. Terwijl goede zwarten zijn doodgeschoten omdat ze iets aan de corruptie wilden doen. Of ontslagen juist omdat ze hun werk goed deden.”
Die avond hoor ik dat goede mensen ook op het departement van gezondheidszorg problemen hebben. “Er wordt aan de top geplunderd terwijl in de lagere regionen mensen overuren maken en patiënten dood zien gaan.” Maar niemand wil er met mij over praten, zegt mijn kennis. “Ze zijn allemaal bang.”
Er zijn veel bange mensen in Zuid-Afrika, die desondanks hard blijven werken en proberen de schade die aan de top wordt aangericht goed te maken. Ik denk terug aan de eerste reportage die ik maakte voor deze serie, op een school in Umlazi township in Durban, en aan de onderwijzers, ouders en kinderen daar die zo energiek met elkaar en tegen de klippen op aan de toekomst werken.
Een paar dagen na dit telefoontje ontmoet ik een aardige politieman in een sandwich shop in Centurion, die volgens het naambordje op zijn uniform Constable Manenzhe heet. De politie is zijn roeping, vertelt hij me met trouwhartige ogen, hij wil niets liever dan het publiek beschermen en van dienst zijn. Het is niet gelogen: bij het binnenkomen van het etablissement zag ik hem al een verdwaalde dame de weg wijzen en hij biedt ook mij hulp aan als ik hem verteld dat het mobieltje van mijn dochter net gestolen is. Maar toch is hij van plan ontslag te nemen, vervolgt hij. “Ik ben bezig een eigen bedrijfje op te zetten. Om me heen worden alleen de mensen die in de gunst staan gepromoveerd, en je staat alleen in de gunst als je meedoet met graaien. Onze Commissaris (hij heeft het over Commissaris Phahlane, die met zijn zes dure auto’s uitgebreid in de krant heeft gestaan, EG) kan die auto’s toch van zijn salaris niet betalen? Voor zo’n man kan ik niet werken.”
Onze conversatie wordt afgebroken door een man die roepend aan komt rennen dat hij inbrekers in zijn huis heeft aangetroffen en Constable Manenzhe, weer in politie-mode, rent onmiddellijk met hem mee terug.
Nog twee weken later verklaart de nieuwe politieminister Fikile Mbalula, -onder druk van een lawine van corruptiebeschuldigingen aan het adres van zijn regering- dat Commissaris Phahlane vervangen gaat worden. De vervanger, ene Luitenant-Generaal Lesetja Mothiba, is tot nu toe nog niet negatief in het nieuws geweest.
Ik hoop maar dat Constable Manenzhe nu toch maar bij de politie blijft.
Deze publicatie kwam tot stand met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten.