Bart Luirink

Een fenomenale, ingenieuze, filmische roman van Éric Chacour

Wat ik van je weet, het zojuist in Nederlandse vertaling verschenen romandebuut van de Egyptisch/Canadese schrijver Éric Chacour, is fe-no-me-naal. Het verhaal is een geheel van zorgvuldig geboetseerde zinnen die hoe vaak ze ook diepere gronden verraden met de grootste souplesse aan het papier lijken te zijn toevertrouwd. Het boek springt heen en weer in tijd en locatie zonder dat de lezer ook maar een moment de weg kwijtraakt. Het is diepzinnig zonder hoogdravend te worden. Een ingenieuze intrige is even onverwacht als invoelbaar. Het speelt zich af tegen de achtergrond van belangrijke historische gebeurtenissen zonder in geschiedenislesjes te vervallen. De vertelling is, ten slotte, filmisch maar nergens beneemt het je de ruimte om zelf in te kleuren. 

Het is het verhaal van Tarek die opgroeit in een Christelijke familie, onderdeel van de Sjawaam, een gemeenschap van mensen die ooit uit Libanon, Syrië, Jordanië of Palestina naar Egypte trokken en zich daar vestigden. De inrichting van Tareks leven is voorbestemd, dat maakt dit verhaal even lokaal als universeel. Hij zal, net als zijn vader, arts worden, trouwen, kinderen krijgen. De matriarchen in de familie zien erop toe dat van dit levenspad niet wordt afgeweken. Als Tareks vader plotseling sterft, neemt hij zijn praktijk voor de gegoede burgerij over. In zijn vrije tijd springt hij bij in de kliniek in een van de arme wijken van de stad. En daar meldt zich op een dag Ali. Of de dokter eens naar zijn doodzieke moeder wil kijken?  

 ‘Hield je van ‘m?’ Je had een brok in je keel. Je wist dat het bij de eerste de beste lettergreep gedaan was met de dijken die je emoties nog tegenhielden.’

Ali wroet diep verborgen verlangens in Tarek los en de mannen krijgen een verhouding. Natuurlijk groeien er vermoedens – bij Tareks echtgenote, bij zijn moeder en zuster, bij collega’s en buurtbewoners. De relatie ontketent een reeks gebeurtenissen die in de dramatiek weinig onderdoen voor historische waterscheidingen als de moord op president Anwar Sadat of de Zesdaagse Oorlog.

Details van de aanhoudende reeks verhaalwendingen vrijgeven, kunnen als spoilers worden opgevat. Daarom volsta ik met het volgende: in de val gedreven door een nauwelijks te bevatten tragedie wijkt Tarek uit naar Montréal. Daar ontvangt hij vele jaren later correspondentie van een Egyptische student die onderzoek doet naar het leven van landgenoten in de diaspora. Deze student lijkt meer van Tarek te weten dan hij aanvankelijk voorwendt. Hij zaait diepe twijfel aan het nodige waarmee hoofdpersoon en lezers zich inmiddels verzoend hebben. De ontmoeting van Tarek en de student luidt het begin in van een onwaarschijnlijke, maar o zo begrijpelijke, ontknoping. Al bevat deze apotheose wellicht nog een klein raadsel dat de lezer met enig gemak zelf kan oplossen. 

Benepen zwijgen

Wat ik van je weet laat zien waartoe een benepen zwijgen en de daarin woekerende fluisterconcerten kunnen leiden. Misschien dat het volgende fragment uit Chacours boek, al met verschillende prijzen en nominaties gelauwerd, dat het beste verwoordt: 

‘Het gerucht. Het verspreidt zich, onzichtbaar als de wind in de palmbomen. Het bezoedelt wat het niet begrijpt (…) Het veroordeelt wat het niet kent. (…) Het sluit alles buiten wat het vreemd vindt. (…) Het verandert, van oor tot mond. (…) Het laat de mond samentrekken, die het doorgeeft met geveinsde verontwaardiging en een veelzeggend lachje. (…) Het wentelt zich in zijn zekerheden. (…) Het verbergt zijn lelijkheid onder de maskers van fatsoen, traditie, moraal, principes. (…) Het gerucht bevuilt, besmeurt. (…) Het verafschuwt alles wat anders is. (…) Het wijst, verstikt, stenigt, slacht. (…) Het gaat prat op onwetendheid. (…) Het teert op haat. (…) Het gerucht vermoordt.’ 

Éric Chacour: Wat ik van je weet, vertaald uit het Frans door Joris Vermeulen. Uitg.: De Bezige Bij, euro 22,99.
–