Hoe mager is de invloed van Afrikaanse cultuur in Nederland vergeleken met Frankrijk of Groot-Brittannië. Franse intellectuelen koesteren al meer dan een eeuw hun omgang met Afrikaanse kunstenaars, schrijvers, dichters en politiek filosofen die in Parijs kwamen studeren, vertelde schrijver Alain Mabanckou (geboren in Congo-Brazzaville) onlangs tijdens zijn lezing op het literaire festival Winternachten in Den Haag. De kubistische kunstenaars in de jaren twintig, filosoof Sartre in de jaren zestig; de Franse cultuur heeft veel te danken aan een Afrikaanse component. Auteurs als Mabanckou en Marie NDiaye zijn beloond met hoge onderscheidingen voor de Franse literatuur.
Ook in Groot-Brittannië staan auteurs met familiebanden in Afrika en andere voormalige koloniën geregeld op de lijsten met genomineerden voor prijzen als de Man Booker. Amerikaanse universiteiten bestrijden elkaar bij het lokken van schrijvers uit Afrika als 'writers in residence'. Elk jaar komt er een Engelse bundel uit met verhalen en essays van jong talent uit de Afrikaans-Britse gemeenschap.
Nederland is nooit zo gezegend geweest met de inbreng van Afrikaanse intellectuelen, maar eindelijk is er nu ook in Nederland zo'n bundel, met de kernachtige titel Zwart. De auteurs wonen in Vlaanderen en Nederland, sommigen zijn hier gekomen als asielzoekers, anderen als adoptiekind, als student of zijn hier geboren uit Afrikaanse ouders.
Groepsgevoel
Velen spelen een opvallende rol in een groep die zichzelf nog maar een paar jaar als een groep ziet, op zoek naar een positie in een vaak afwijzende Nederlandse samenleving, naar de eigen identiteit en met een kritische blik op de andere, witte Nederlanders. Het groepsgevoel wordt versterkt door woedende reacties van twitteraars, columnisten en politici die zich in hun Nederlandse identiteit bedreigd voelen, rond kwesties als Zwarte Piet, het slavernijverleden en het woordgebruik van blank of wit. Lees daarover de bijdrage van Seada Nourhussen, columnist van Trouw, of van andere auteurs die zijn doorgedrongen tot de gevestigde media, onder wie Clarice Gargard die een column schrijft in NRC, Kiza Magendane die opiniebijdragen in de Volkskrant en NRC publiceerde en Anousha Nzume, auteur van Hallo witte mensen.
Roerende ego-verhalen staan naast polemische essays
Zwart biedt de lezers een onderdompeling in de belevingswereld van deze jonge auteurs, die zich Nederlanders voelen maar ook vreemdelingen. Geen verhalen óver hen, maar uit de eerste hand. De verschillen tussen de bijdragen zijn groot: roerende ego-documenten staan naast polemische essays en literaire verhalen van meer ervaren schrijvers. De samenstellers en de uitgever hebben een poging gedaan voor elke bijdrage een genre aan te geven, maar dat lukte maar matig - in alle genres domineren jeugdherinneringen en persoonlijke ervaringen, of het nu feit of fictie is.
Tegelijk is dat ook de kracht van deze rijke bundel. Die biedt vele invalshoeken voor een gedeelde ervaring: met het uit de mode raken van de multiculturele idealen hebben de nieuwkomers het een stuk lastiger gekregen. Ze vertellen over ervaringen met te lage schooladviezen, over nauwelijks verholen etnisch profileren, over misschien goedbedoelde vragen naar hun afkomst terwijl ze hartstochtelijk Belg of Nederlander willen zijn, de ondertoon die hen kwetst, over psychische problemen die daar het gevolg van kunnen zijn. Het merendeel van de bijdragen zoekt een antwoord op de vraag waar 'alledaags racisme' vandaan komt.
Trauma's en wijsheden
Afrika is in die stukken opvallend afwezig of op de achtergrond. Voor de culturen, de trauma's, de wijsheden en literaire invloed die de migrantenschrijvers uit Afrika meenamen naar Nederland moeten we bij de verhalen van de gevestigde auteurs zijn, als Ahmad Al Malik, Vamba Sherif, Babah Tarawally en Chika Unigwe. Bij hun fictie zwaait er opeens een deur open naar andere werelden. Zij leveren met hun eerdere romans en hun optredens in het land een indringende bijdrage aan wat Mabanckou de 'creolisering' van de westerse cultuur noemt.
Clarice Gargard neemt de lezer mee naar Liberia, in het autobiografische verhaal van een 11-jarige op bezoek bij haar vader die de rechterhand is van de gevreesde rebellenleider, oorlogsmisdadiger en later president Charles Taylor. Het is een huiveringwekkend relaas. De dilemma's en de afschuw van het meisje zijn ook die van de andere Nederlanders, niet alleen omdat Taylor in Den Haag internationaal is berecht, maar omdat Clarice Gargard nu een van ons is.
Vamba Sherif & Ebissé Rouw (red.): Zwart - Afro-Europese literatuur uit de Lage Landen, Atlas Contact; 224 pagina's; € 21,99.
Dit artikel verscheen eerder op het Afrikablog van de Volkskrant en is hier te vinden.